Jenny Blicher-Clausen - Het Verloren Tooverland

Здесь есть возможность читать онлайн «Jenny Blicher-Clausen - Het Verloren Tooverland» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_prose, foreign_antique, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het Verloren Tooverland: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Verloren Tooverland»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het Verloren Tooverland — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Verloren Tooverland», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Doch het merkwaardige was, dat toen oom Frans de verzen van buiten geleerd had, het hem toescheen, dat hij die zelf gemaakt had.

“Het is zonderling,” dacht hij. “Ik weet, dat ik geen twee regels op elkaar kan doen rijmen en toch heb ik die verzen gemaakt.”

Zachtjes zeide hij één van de verzen, daar hij ’t meest van hield, voor zich zelf op, tot er plotseling een glimlach over zijn gelaat gleed. Nu begreep hij het. Gedurende al de lange weken, dat hij bij ’t ziekbed van zijn vriend gezeten had en zijn gedachten en gevoelens aan den zieke had meegedeeld, had zijn vriend ze tot verzen omgeschapen. De inhoud der gedichten, der fantasieën was van hem, de vorm slechts was van een ander. Van dat oogenblik af hoorde het “Gedenkboek” hem dubbel toe, en de gedachten die het inhield, herkende hij gaarne voor de zijne.

Nooit had hij een ander een oog in het boek laten slaan dan Kaja, die van kind af bij hem binnenliep, zoowel in zijn woning, als in zijn hart.

Hij, die van nature zóó menschenschuw en zóó bang was, anderen te toonen, wat hij dacht, had zich voor dat kind volkomen bloot gelegd. Dat kind had al zijn liefde, vóór zij zelfs nog volwassen was. En dat zij het nooit gemerkt had! Dat zij hem nooit anders beschouwd had dan als “oom” Frans!

Het was dom van hem, dat hij nooit getracht had haar op het spoor te brengen. Doch als zij hem op haar kinderlijke, onstuimige manier om den hals vloog, of op zijn schoot zat en haar handen door zijn haar haalde, durfde hij haar nooit wegjagen met iets, waarvan hij de gevolgen niet kende.

De gedachte alleen, dat haar vertrouwen daardoor misschien verminderen zou, deed hem zwijgen. Want haar vertrouwen wilde hij hebben—daar was hij gierig op—want hij wist immers dat zij ’t nooit aan anderen gegeven had. Zij waren niet voor niets familie van elkaar.

Hij lachte heimelijk in zichzelf. “De zebra’s” had de familie hen genoemd en hij vond zelf, dat dit een geschikte naam was. Zij hadden hetzelfde fijne, kleine hoofd, met golvend haar, dat over het voorhoofd neerviel—alleen met dit verschil, dat zijn haar zwart en het hare lichtend roodbruin was; zij hadden beiden een langen, rechten hals, beiden denzelfden haastigen, licht voorovergebogen gang, dien lange, slanke menschen dikwijls hebben.

Hij ging naar de tafel en bleef vóór een portretje van Kaja als kind stil staan. Het was een heele galerij van Kaja’s, tot nu toe van ieder jaar één. Hij nam het allereerste fotografietje in zijn handen en bleef er lang naar staren.

“Hoe is ’t mogelijk, dat er werkelijk een oogenblik was, dat ik niet van haar hield,” zeide hij, “omdat zij zoo vreeselijk schreeuwen kon!”

Kaja had namelijk haar eerste levensjaren schreeuwend doorgebracht. Eerst schreeuwde zij, zonder dat iemand ooit eenige oorzaak er voor ontdekken kon—toen schreeuwde zij door het tanden krijgen, en toen zij die had, schreeuwde zij door de mazelen. En toen de mazelen over waren, kreeg zij kinkhoest en toen schreeuwde ze, of haar leven er mee gemoeid was.

Toen oom Frans als jong student daar in huis kwam, vroeg hij altijd of er niet één enkele kamer in het heele huis was, waar men dat kind niet kon hooren schreeuwen, en hij vermeed altijd haar kant uit te zien. Doch toen ging hij voor een half jaar weg en toen hij terugkwam, was zij een gezond, mooi kind geworden met dezelfde notenbruine huid, die zij nu had en een paar oogen, die iedereen deden stilstaan. Eerst bleef zij, met haar hoofdje op zij en den eenen vinger in haar mond, hem standvastig met haar groote oogen aankijken—toen ging zij moedig op hem af en vroeg hem ronduit: “Hebt u iets voor me meegebracht?” En toen het antwoord ontkennend luidde, wist zij eerst niet goed, wat zij doen zou, doch kwam toen naast hem staan en zeide:

“Kaja wil u een zoentje geven.”

Verlegen had hij haar opgetild en toen hij voor ’t eerst haar zachte armpjes om zijn hals voelde, had hij zich op genade af overgegeven. Sinds dat oogenblik waren zij vrienden. Kaja was eenig kind, de moeder was zwak, af en toe niet wel bij ’t hoofd en lag meestal te bed—de vader ging geheel in zijn zaken op. Daardoor werd het oom Frans, die haar eigenlijk opvoedde. Iederen dag haalde hij haar af voor een wandeling. En als zij dan naast hem liep te springen en hem, als alle kinderen, met vragen overstelpte, was hij even vroolijk als zij. En hoe grooter zij werd, des te grooter werd ook zijn vreugde. En de laatste vijf jaren, dat zij niet alleen vertrouwen gaf, maar ook vertrouwen deelen kon, was hun samenzijn een bron van waar geluk voor oom Frans geworden. Nu voelde hij eerst, hoe rijk het bewustzijn, dat hij alleen haar gedachten kende evenals zij alleen de zijne, hem gemaakt had. Zij had nooit “vriendinnen” gehad en was daardoor gelukkig de klip van allerlei jongemeisjesdwaasheden ontgaan, waarop zoovele jonge Kopenhaagsche dames stranden, en had zich geen kinderachtige woorden eigen gemaakt, zooals alleen een Kopenhaagsch jongmeisje gebruikt, en die haar langer bijblijven dan zij zelf vermoedt. Gebeurde het een enkele maal, dat zij met zoo iets aan kwam, dan hield oom Frans haar zoo vreeselijk voor den mal, dat het geen tweede maal voorviel. Hoe duidelijk herinnerde hij zich haar nog den dag na haar aanneming! Zij kwam in een lange, zwarte japon, die haar jonge lichaam stijf omspande, naar hem toe en zeide:

“Het is onverdragelijk om volwassen te zijn.”

“Waarom?”

“Omdat je als kind veel vrijer bent.”

Toen verviel hij in gedachten: Zij zou toch niet bedoelen, dat er verandering in hun verhouding komen zou?

“Wat bedoel je?” vroeg hij en keek haar vlak in ’t gezicht.

“Wel, je kunt je met korte rokken toch veel gemakkelijker bewegen,” zeide zij, terwijl zij op haar hielen ronddraaide.

Toen was hij gerust gesteld. Hij bemerkte aldra, dat zij hun dagelijksche wandelingen als van-zelf-sprekend bleef beschouwen, en als hij haar een dag lang eens niet gezien had, vloog zij hem, evenals vroeger, altijd om den hals. En juist dit soort vreugde waagde hij niet, ooit in haar te verstoren. Daarom hield hij streng over zichzelf de wacht en zeide nooit iets van hetgeen zijn hart steeds meer vervulde. Als hij nu terugdacht, wist hij zelf niet meer, wanneer hij begonnen was, haar lief te hebben. Hij kon zich de overgang van een puur vaderlijk gevoel, waarmee hij haar in den beginne altijd tegemoet trad, tot het groote, alles overweldigende gevoel, dat hem nu beheerschte, niet meer herinneren. Doch hij was er van overtuigd, dat het vele jaren geleden was, dat hij tot de ontdekking kwam, dat zij op de heele aarde de eenige vrouw was, aan wie hij zich met lichaam en ziel zou kunnen geven.

En op dit oogenblik noemde hij zichzelf een armen stakker en een ellendigen idioot, omdat hij ’t haar nooit had laten merken. Dan zou alles nu misschien heel anders geweest zijn.

Doch een oogenblik daarna schudde hij weer droevig het hoofd.

“Neen, wij kennen elkaar te goed,” zei hij. “Omdat we familie van elkaar zijn, denkt zij aan geen liefde. En als ’t geen volmaakte liefde wezen kan, dan heb ik maar liever in ’t geheel niets.”

Oom Frans had tot motto: “Eisch alles! Geef alles!” En hij nam nooit iets aan zonder innige overtuiging, suste nooit zijn geweten in slaap, noch voor zichzelf noch als het op anderen aankwam. Langzaam liep hij de kamer door, bleef toen vóór het raam staan en keek naar buiten.

Wat verlangde hij naar haar—bijna reeds voordat zij nog weg was! Hoe voelde hij, dat zij met alle kracht van lichaam en ziel aan hem gebonden was!

Hij ging aan zijn schrijftafel zitten en beproefde te schrijven, doch den geheelen dag vervolgden hem de regels:

En het Leven schreef
met kleuren, die waren
als bloed zoo rood!
Het Leven kwam
en al mijn bladen
scheurde het stuk!

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het Verloren Tooverland»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Verloren Tooverland» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het Verloren Tooverland»

Обсуждение, отзывы о книге «Het Verloren Tooverland» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x