Albert Baantjer - De Cock en moord op de Bloedberg
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en moord op de Bloedberg» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1989, ISBN: 1989, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en moord op de Bloedberg
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1989
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-0236-3
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en moord op de Bloedberg: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en moord op de Bloedberg»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en moord op de Bloedberg — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en moord op de Bloedberg», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Hij drukte op een knopje van een apparaat voor hem. ‘Laat Jansma even bij mij komen.’ Innemend glimlachend keek hij naar de rechercheurs op. ‘Mijn kassier.’
De Cock knikte begrijpend.
‘De man die het banktegoed van de heer Van Assumburg heeft uitbetaald.’
Directeur Buijsenberg wuifde afwerend.
‘Laten we niet op de zaken vooruitlopen. Hij lijkt mij beter dat Jansma zelf zijn verhaal aan u vertelt. Het zal u ongetwijfeld schokken.’
Na een bescheiden kloppen kwam schoorvoetend en schuchter een wat kalende man het vertrek binnen. De Cock schatte hem op achter in de vijftig. Hij droeg een donkerbruine pantalon, waarop een colbert van grove tweed met leren ovaaltjes op de ellebogen.
De heer Buijsenberg kwam weer van zijn zetel omhoog.
‘Dit zijn heren van de recherche,’ sprak hij gebarend. ‘Ze willen graag van jou persoonlijk horen hoe het opheffen van de rekening van de heer Van Assumburg in zijn werk ging.’
De kassier boog gedwee zijn hoofd. Hij tastte in de rechter zijzak van zijn colbert en diepte daaruit een paar bescheiden op.
‘Ik heb enige afschriften van de uitbetaling meegenomen, dan kunnen de heren zien dat wij ons niet in de datum vergissen.’
Buijsenberg wees naar de bescheiden.
‘De heren mogen die afschriften wel hebben… als bewijs dat wij juist hebben gehandeld.’ Hij zweeg even toen Jansma de bescheiden overhandigde. Daarna kuchte hij om aandacht. ‘De jongeheer Van der Wal,’ vervolgde hij, ‘kwam dus die dag naar jou toe en…’
De kassier richtte zich tot De Cock.
‘Van der Wal is een van onze jongere krachten. Hij bedient de klanten aan de balie. Het was die dag bijna vier uur toen hij mij vertelde dat er ene heer Van Assumburg aan de balie stond, die de wens te kennen gaf om zijn rekening bij ons op te heffen.’ Jansma glimlachte. ‘Wij zijn zuinig op onze clientèle. Ik bedoel, we vinden het niet prettig wanneer iemand de relatie met onze bank wil verbreken. Ik vroeg aan Van der Wal of hij de heer Van Assumburg even in het zijkamertje wilde laten plaatsnemen, zodat ik even met hem kon praten. Zo’n gesprek werkt vaak verhelderend. Er zijn wel eens klachten, kleine misverstanden, die…’
De Cock onderbrak de kassier.
‘U kende de heer Van Assumburg?’
‘Zeker.’
‘Persoonlijk?’
Jansma knikte nadrukkelijk.
‘Ik heb hem wel eens een paar adviezen gegeven voor het doen van beleggingen. Ik kende zijn aard. De heer Van Assumburg was een man, die omwille van een forse winst wel enige risico’s durfde te nemen. Ik herinner mij nog die dag dat de aandelen…’
De Cock onderbrak hem opnieuw. De lange uitweidingen van Jansma hinderden hem. Hij strekte zijn hand naar hem uit.
‘U ging naar het zijkamertje?’
‘Ja.’
‘Wie trof u daar?’
‘De heer Van Assumburg.’
De mond van De Cock viel half open.
‘Dat… dat… dat kan niet,’ stamelde hij geschrokken. ‘Dat kan helemaal niet. Van Assumburg was op dat moment dood… vermoord in Antwerpen.’
De kassier schudde traag zijn hoofd.
‘Niet dood… zeker niet. Integendeel… de heer Van Assumburg verkeerde in blakende gezondheid.’
De Cock stond van zijn stoel op en schoof achter zijn bureau vandaan. Langzaam, in zijn zo typische slenterpas, begon hij door de recherchekamer te stappen.
Hij deed dat graag. Het leek hem alsof in de cadans van zijn tred zijn gedachten zich gemakkelijker lieten ordenen. En er was, zo vond hij, heel wat te ordenen. De feiten en gebeurtenissen lagen volkomen chaotisch door elkaar heen. Er was geen samenhang, geen verband. En alles scheen te spotten met de realiteit… met aardse wetten. Doden, zo meende De Cock, waren in de hemel of in de hel. Het was niet gebruikelijk dat men mensen na hun overlijden nog eens op dit ondermaanse tegenkwam. Toch gebeurde het. Alle sceptische en spottende opmerkingen ten spijt, niemand kon het uit zijn hoofd praten, dat hij op Zorgvlied, aan het graf van Hendrik-Jan van Assumburg de dode Ronald Kruisberg had gezien en hij was ervan overtuigd dat ook mevrouw Kruisberg bewust of onbewust wist dat haar man nog leefde.
Maar hoe kon het? Die vraag drong zich steeds opnieuw aan hem op. Zijn puriteinse ziel geloofde niet aan gematerialiseerde geestverschijningen. Daarvoor was hij te nuchter en bezat hij te weinig fantasie.
Bovendien had een lang leven van strijd tegen de misdaad hem gebracht tot een milde, maar cynische levensbeschouwing, waarin nog maar weinig ruimte was voor occulte zaken. De grillige accolades rond zijn mond plooiden zich plotseling tot een zoete grijns. Sinds kaarsen en olielampen nog slechts als sfeerverlichting dienden, waren vele spoken, kollen en andere griezels uit hun schuilhoeken verdreven.
Nog met een grijns op zijn gezicht ging hij weer achter zijn bureau zitten. Hij keek voor zich uit naar zijn jonge collega.
Vledder had het ontvangstbewijs van de uitbetaling voor zich neergelegd. De jonge rechercheur was er zich van bewust, dat er dagelijks bij honderden bankinstellingen tienduizenden van dergelijke briefjes werden uitgeschreven en ondertekend. Maar dit ene simpele formuliertje intrigeerde hem mateloos.
‘Er valt niets tegen in te brengen,’ sprak hij hardop mijmerend.
‘De datum klopt… negentien februari… één dag na het officiële overlijden van Hendrik-Jan van Assumburg.’ Hij keek op naar De Cock. ‘Ik heb op de bank ook de handtekening vergeleken.’
‘En?’
Vledder trok een grimas.
‘Echt… bedrieglijk echt. En het is beslist geen eenvoudige krabbel.’ De jonge rechercheur streek met het topje van zijn middelvinger over het gearceerde gedeelte met het bedrag. ‘Tweehonderd-en-vijftig-duizend gulden.’ Hij pakte het ontvangstbewijs op en wapperde ermee. ‘Wat denk je… is het de moeite waard om er even voor uit je graf terug te keren?’
De Cock gromde.
‘Om het onmiddellijk daarna weer bij Petrus aan de hemelpoort in te leveren?’
Vledder lachte.
‘Wat moet Petrus met al dat geld?’
De Cock gebaarde wat somber voor zich uit.
‘Ik heb soms het gevoel dat ze in de hemel best wat ontwikkelingshulp kunnen gebruiken.’
Vledder negeerde de opmerking.
‘De vent die het geld bij de IJsselsteinse Bank weghaalde, moet toch een opmerkelijk bedrieger zijn geweest.’ In zijn stem trilde bewondering. ‘Er is toch wel het een en ander voor nodig om zo’n metamorfose te ondergaan, dat zelfs een oude dorre bankbediende meent met de echte Van Assumburg van doen te hebben.’
Het gezicht van De Cock betrok. De woorden van de jonge rechercheur prikkelden hem.
‘Je moet tijdens het denken die stomme stereotiepen eens vergeten,’ sprak hij streng bestraffend. ‘Als je daarmee doorgaat maak je in de toekomst grove fouten. Gezagvoerders van vliegtuigen zijn niet altijd kloek en moedig… priesters zijn niet altijd lijdzaam en geduldig… kapiteins van vrachtschepen zijn niet altijd dronken en bankbedienden zijn niet altijd dor… meestal niet.’ Hij zweeg even en ademde diep. ‘Kassier Jansma was alert en heeft goed gekeken.’
Vledder grinnikte.
‘Niet goed genoeg… anders had hij het bedrog tijdig ontdekt.’ De Cock trok zijn gezicht strak.
‘Het was geen bedrog.’
De jonge rechercheur keek hem verrast aan.
‘Geen bedrog?’
‘Nee.’
Vledder hield het ontvangstbewijs omhoog.
‘Je bedoelt dat…?’ Van verbijstering maakte hij zijn zin niet af.
De Cock knikte gelaten.
‘Jansma betaalde het geld aan de juiste man… Hendrik-Jan van Assumburg.’
11
Vledder schudde vertwijfeld zijn hoofd.
‘Dat is een veronderstelling… een pure veronderstelling, gebaseerd op de waarneming van een enkele man.’ Hij keek uitdagend naar De Cock. ‘Waarom zou die kassier zich niet hebben vergist? Dat kan toch? Natuurlijk zegt Jansma dat hij aan de juiste man heeft uitbetaald. Dat is de enige rechtvaardiging die hij heeft. Anders moet hij toegeven dat hij een fout heeft gemaakt.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en moord op de Bloedberg»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en moord op de Bloedberg» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en moord op de Bloedberg» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.